Het bevoegd gezag draagt ervoor zorg dat passende maatregelen worden genomen om te voorkomen dat bestaand gebruik de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied verslechtert en dat er door bestaand gebruik storende factoren optreden die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen een significant effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen.
Ter uitvoering van het eerste lid kan het bevoegd gezag degene die bestaand gebruik uitoefent waardoor de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kan verslechteren of waardoor er storende factoren optreden die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen een significant effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen:
verplichten binnen een door het bevoegd gezag te stellen termijn informatie te verstrekken over het gebruik;
verplichten binnen een door het bevoegd gezag te stellen termijn en met inachtneming van door het bevoegd gezag te geven instructies de nodige preventieve of herstelmaatregelen te treffen; of
verplichten dat gebruik binnen een door het bevoegd gezag te stellen termijn te staken of te beperken.
Het bevoegd gezag stelt belanghebbenden in de gelegenheid hun zienswijze uit te brengen over een voornemen tot het opleggen van een verplichting als bedoeld in het tweede lid, tenzij de verslechtering of verstoring het opleggen van een verplichting terstond noodzakelijk maakt.
Het is verboden te handelen in strijd met een verplichting als bedoeld in het tweede lid.
Onder «bevoegd gezag» als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, wordt verstaan:
Onze Minister, indien:
voor het desbetreffende Natura 2000-gebied geen onherroepelijk geworden beheerplan als bedoeld in de artikelen 19a of 19b is vastgesteld, of
het gebruik een krachtens artikel 19d, vijfde lid, aangewezen project of andere handeling is, of het gebruik plaatsvindt in of gevolgen heeft voor categorieën van gebieden die krachtens dat lid zijn aangewezen;
gedeputeerde staten, in andere gevallen dan die, bedoeld in onderdeel a.
Het eerste tot en met het vijfde lid zijn niet van toepassing op bestaand gebruik dat overeenkomstig een beheerplan als bedoeld in de artikelen 19a of 19b wordt uitgeoefend.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Natuurbeschermingswet 1998
artikel: 19ia, 68b, 57
Wet natuurbescherming
artikel: 9.3
(29-12-2016)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-01-2017 |
intrekking-regeling |
16-12-2015 |
11-10-2016 |
|||||
wijziging |
22-12-2011 |
25-01-2012 |
||||||
wijziging |
18-03-2010 |
18-03-2010 |
Stb. 2010, 135
|
|||||
wijziging |
29-12-2008 |
21-01-2009 |
||||||
nieuw |
20-01-2005 |
21-09-2005 |
Opmerkingen
1) Inwerkingtreding voorheen door Stb. 2010/135 gesteld op 1 januari 2010.